Ondersteuning bij spreken, leren en communiceren
Logopedie richt zich op het voorkomen, onderzoeken en behandelen van stoornissen op het gebied van spraak, taal, stem, slikken en leren.
Iedere cliënt is uniek: de aard en ernst van de problemen, maar ook de aanpak, kunnen sterk verschillen.
Op deze pagina ontdek je welke stoornissen en uitdagingen we behandelen en op welke manier we daarbij ondersteunen.
Articulatiestoornissen
Kinderen leren spreken met vallen en opstaan. Het is dus normaal dat er op een bepaalde leeftijd nog spraakstoornissen voorkomen. Rond de leeftijd van 5 jaar moeten kinderen alle spraakklanken verworven hebben. Wanneer een kind niet in staat is om de spraakklanken uit zijn moedertaal (correct) uit te spreken, spreken we van een articulatiestoornis.
Het is best mogelijk dat er meerdere klanken niet of niet correct uitgesproken kunnen worden. Dan spreken we van een meervoudige articulatiestoornis.
Veelvoorkomende articulatieproblemen:
- Sigmatisme: problemen met /s/ en /z/ (lispelen of slissen)
- Rhotacisme: problemen met /r/
- Multiple interdentaliteit: verschillende klanken uitgesproken met de tong tussen de tanden (/s/, /z/, /n/, /d/, /t/, /l/)
Het gebeurt dat articulatieproblemen samen voorkomen met een vertraagde taalontwikkeling, maar dit is geen regel. Articulatiestoornissen kunnen voorkomen met afwijkende mondgewoonten zoals:
- duimzuigen
- open mondgedrag
- tongpersen, hierbij wordt de tong tegen of voorbij de tanden gedrukt tijdens het slikken
Deze foutieve mondgewoonten kunnen articulatiestoornissen in de hand werken en de tandengroei beïnvloeden en dienen dus best behandeld te worden. Ook voor de start van een orthodontische behandeling moeten deze problemen verholpen worden (zie myofunctionele stoornissen)
Fonologische stoornissen
Een fonologische stoornis is een taalprobleem waarbij een kind moeite heeft met het correct toepassen van de klanken van taal.
Het kindje heeft moeite om bepaalde klanken te onderscheiden, zoals de /k/ en de /t/, waardoor de verstaanbaarheid (sterk) verminderd is.
Taal(ontwikkelings) stoornissen en Ontwikkelingsdysfasie (OD)
Taalontwikkelingsstoornis
Er is sprake van een taalontwikkelingsstoornis wanneer de taal zich anders of trager ontwikkelt dan bij leeftijdsgenoten. Het kan gaan om problemen met taalbegrip en/of taalproductie.
Om te kunnen spreken van een taalontwikkelingsstoornis moet een gehoorprobleem en/of verlaagde intelligentie uitgesloten worden. Een gehoor- en intelligentieonderzoek zullen aan de logopedische behandeling voorafgaan.
Ontwikkelingsdysfasie (OD)
Ontwikkelingsdysfasie is een primaire hardnekkige taalontwikkelingsstoornis. Deze diagnose vereist een specifieke intake, logopedisch onderzoek, afname van een IQ- bepaling en een audiogram. De diagnose kan enkel gesteld worden na inclusie- en exclusiecriteria.
Taalstoornis
We spreken van een taalstoornis wanneer kinderen of volwassenen plots problemen ondervinden met taal. Zij hebben voordien een normale taalontwikkeling doorlopen.
Hier ligt doorgaans een hersenletsel aan de basis. Oorzaken kunnen o.a. zijn:
- CVA (herseninfarct)
- Hersenbloeding
- Hersentumor
Wanneer taalproblemen plots ontstaan na hersenletsel, spreken we van (kinder)afasie.
Meertaligheid en meertalig opvoeden
Veel kinderen groeien meertalig op. Dat is vaak een grote rijkdom, maar het kan soms ook zorgen voor vragen, uitdagingen en/of moeilijkheden in de taalontwikkeling.
Wij beantwoorden graag deze vragen, ondersteunen ouders in hun aanpak en geven praktische adviezen op maat.
Wanneer het nodig blijkt, kan er bovendien specifieke taaltherapie worden opgestart om het kind extra te begeleiden.
Leerstoornissen
Wanneer leerlingen moeilijkheden hebben om leerstof onder de knie te krijgen, spreken we niet onmiddellijk van een leerstoornis.
Sommige kinderen hebben meer tijd nodig om bepaalde leerstofonderdelen op te nemen. Wanneer deze kinderen extra ondersteund worden, zullen zij ook snel vorderingen maken. Deze leerlingen hebben leerproblemen.
Wanneer leerlingen met een leerachterstand, ondanks extra ondersteuning, toch hardnekkige problemen blijven ondervinden, spreken we van een leerstoornis.
De meest bekende leerstoornissen zijn:
Dyslexie (lezen)
Dyslexie is een leesstoornis waarbij het omzetten van geschreven woorden naar gesproken taal moeizaam verloopt.
Kinderen en jongeren met dyslexie hebben blijvende en hardnekkige problemen met lezen. Dit kan zich uiten in traag of onnauwkeurig lezen, moeite met spelling en soms ook een verminderd leesplezier.
Met gerichte begeleiding en aangepaste strategieën kunnen we hen helpen om beter met deze moeilijkheden om te gaan en hun zelfvertrouwen te versterken.
Dysorthografie (spelling)
Dysorthografie is een spellingstoornis waarbij het omzetten van gesproken taal naar geschreven taal moeilijk verloopt.
Leerlingen met dysorthografie hebben, ondanks goed onderwijs en veel oefening, blijvende en hardnekkige problemen met correct spellen.
Dyscalculie (rekenen)
Dyscalculie is een rekenstoornis waarbij het aanleren en toepassen van rekenvaardigheden en wiskunde moeilijk verloopt.
Leerlingen met dyscalculie hebben, ondanks een normale intelligentie, goed onderwijs en veel oefening, blijvende en opvallende problemen met rekenen. Deze moeilijkheden kunnen zich uiten in een beperkt begrip van wiskundige concepten, maar ook in hardnekkige rekenfouten, zelfs wanneer het begrip aanwezig is.
Studiebegeleiding bij moeite met studeren
Sommige leerlingen vinden het lastig om hun leerstof te structureren, een planning te maken of goede samenvattingen te schrijven. Ook vreemde talen en grote hoeveelheden leerstof kunnen moeilijkheden geven.
Met studiebegeleiding bieden wij praktische tips, strategieën en ondersteuning zodat leerlingen efficiënter leren en met meer vertrouwen aan de slag kunnen.
Stemstoornissen
Stemstoornissen zijn vaak een gevolg van foutief stemgebruik en stemmisbruik. Roepen, luid spreken, te snel spreken en de stem veelvuldig vervormen, zijn voorbeelden van stemmisbruik. Stemmisbruik en verkeerd stemgebruik kan leiden tot organische stemstoornissen (bv. stembandknobbeltjes) en niet-organische stemstoornissen (bv. dysfonie).
Stembandknobbeltjes zorgen ervoor dat de stembanden niet goed sluiten met een hese, vaak zwakke stem tot gevolg.
De logopedist zal het stemmisbruik en verkeerd stemgebruik afleren en het juiste stemgedrag aanleren.
Neurologische stoornissen
Neurologische communicatiestoornissen ontstaan door hersenbeschadiging. Mogelijke oorzaken zijn:
- CVA (herseninfarct of hersenbloeding)
- Tumor
- Trauma (ongeval, letsel)
- Progressieve ziektebeelden zoals Parkinson, multiple sclerose (MS) en amyotrofische laterale sclerose (A.L.S.)
Deze aandoeningen kunnen leiden tot problemen met spraak en taal:
Dysartrie
- Problemen met het produceren van spraakklanken
- De persoon weet wat hij wil zeggen, maar de verstaanbaarheid is verminderd
- Oorzaak: verminderde werking van één of meerdere spieren in het aangezicht
Afasie
- Problemen met taal (productie en/of begrip)
- Sommige mensen begrijpen alles, maar vinden de juiste woorden niet
- Anderen vormen woorden die niet bestaan of hebben moeite met correcte zinnen maken
Dysfagie (Slikstoornissen)
Slikstoornissen kunnen ontstaan door:
- Verandering in de structuren van mond, keel of strottenhoofd
- Problemen in de aansturing van de spieren
- Plaatselijke beschadiging
- Hersenaandoeningen (zoals beroerte, trauma, tumor)
- Aandoeningen van het zenuwstelsel (zoals MS, Parkinson, A.L.S.)
- Het natuurlijke verouderingsproces
Bij dysfagie verloopt het slikken minder goed, wat kan leiden tot slikproblemen en risico op verslikken. De ernst van deze stoornissen hangt af van de plaats en grootte van de hersenbeschadiging.
Myofunctionele stoornissen
Myofunctionele stoornissen zijn afwijkingen in het functioneren van de spieren in en rond de mond en het gezicht. Het gaat vooral om de spieren die we gebruiken bij kauwen, slikken, ademen, praten en rusthouding van tong en lippen.
Behandeling gebeurt via myofunctionele therapie. Dat zijn gerichte oefeningen om de mond- en aangezichtsspieren correct te gebruiken, met aandacht voor tongpositie, lipspanning, slikpatroon en ademhaling.
Veelvoorkomende problemen zijn:
Foutief slikpatroon
Bij jonge kinderen gaat het vaak om een verkeerde slikbeweging waarbij de tong voorwaarts duwt. Hierdoor wordt voeding niet goed naar achter gebracht.
Op latere leeftijd kan dit leiden tot een afwijkende tandgroei, omdat de tong constant tegen de voortanden duwt waardoor deze naar voren groeien.
Vaak verwijst een orthodontist deze kinderen door naar een logopedist.Open mondgedrag
De mond is in rust vaak geopend, wat gevolgen kan hebben voor spraak, slikken en tandstand.Habitueel mondademen
Er wordt door de mond ingeademd in plaats van door de neus.Tongpersen
Overmatige kracht zetten met de tong tegen de tanden, vaak tijdens slikken of spreken.Duim- of vingerzuigen
Gewoonten die, indien langdurig aanwezig, een negatieve invloed kunnen hebben op gebit en mondmotoriek.
Aangezien elk kind anders is, kunnen leerlingen met een gelijkaardige problematiek toch een verschillende aanpak vragen. Daar zorgen wij voor in onze praktijk.